Toon items op tag: Jozef van der Heijden

Een haven heeft steeds een spuikom en dat is noodzakelijk om het slik uit de haven weg te spuien. In het ondertussen verdwenen haventje van Emmahaven heeft men lange tijd het slik uit de hoeken en kanten moeten wegvoeren. Het is toch eens interessant om dit nog eens in gedachten te brengen, want velen onder ons herinneren zich nog dit haventje. Richard Bleijenberg is de auteur van dit stukje geschiedenis. Ten noorden van de Emmahaven was plaats genoeg om het slik te bergen en er ontstond een hoge akker, die nu nog zichtbaar is. Maar door het gebrek aan werkkrachten (en het zware labeur schrikte sommigen ook af), begon de haven aan te slibben. Daar kwam nog bij dat de spuikom doorbrak en het werd extra moeilijk om de haven in stand te houden. Enkele schippers namen zelf het initiatief om de verzanding tegen te gaan, maar het was duidelijk dat het einde van deze haven in zicht kwam. Verschillende schippers lieten  hun scheepje vergaan en na enige tijd leek het eerder op een scheepskerkhof. De laatste visser was Jozef van der Heijden. In 1952 kwam ikzelf als knechtje bij Staf Praet. De rivier zat nog vol natuur en als jonge knaap stelde ik vele vragen aan Staf, over b.v. de garnaal en de vele vissoorten. Toen visten we rond Saeftinghe en enkele keren in ’t Speelmansgat. Dikwijls vertelde Staf dat het schor de "kinderkamer was voor onze vis" en dat was ook zo. Na een leven lang op de rivier en in Saeftinghe, heb ik ook een eigen mening en die is: "een rivier is een levend iets en wij moeten afwachten wat haar eigen wil is".

De strijd tegen de verzanding in de Emmahaven begon al enkele jaren na de tweede wereldoorlog. We zien v.l.n.r. op de foto (vermoedelijk uit 1948) Jan van der Heyden, zoon Jozef, Bert De Kever, Arthur De Kever en Van Denderen.

Het schor wordt opgemeten door Rijkswaterstaat, maar in de jaren '60 lagen er nog paden en bruggetjes. Die zijn ondertussen allemaal verzand en liggen nu twee meter onder het maaiveld. De jachthutten van wijlen dhr. De Cloedt komen soms nog wel eens te voorschijn door erosie en de stroom; ook de paaiputten voor de vis zijn weg. De "kinderkamer" zoals Staf het zei, is er niet meer. Staf zelf is overleden. Daarom dit verhaal, want de waarheid en getuigenissen verdwijnen met de oude mensen zelf.

In 2011, tijdens een tocht, kwamen we bij de prinselijke jacht hut, waar ik in 1958 nog schuilde met “De Sterke”. Deze hut lag één meter boven het maaiveld en was de voorkeur hut van Prins Karel, destijds een goede vriend van De Cloedt. Foto Clement Reel-terrijn

Door Richard Bleijenberg