Toon items op tag: Meikevers
NIEUW-NAMEN - "Het gaat me niet om geld of roem. Ik wil onze kinderen graag de jeugd geven die ik zelf heb gehad. Kijken naar kikkers, spelen met jonge krokodillen, zoals wij kamsalamanders noemden, en het vrolijke gekwetter van zangvogeltjes. Een natuur in overvloed. Daarom zal ik niet stoppen voordat de vuilnisbelt naast de groeve volledig gesaneerd is."
Richard Bleijenberg praat met hart en ziel over de groeve. De Meester van der Heijden groeve in Nieuw-Namen, waar hij al bijna twintig jaar lang geïnteresseerden rondleidt. In de loop der jaren heeft hij daar een gemêleerd gezelschap belangstellenden rondgeleid. Dertigduizend bezoekers telt de groeve sinds de openstelling in 1983, variërend van schoolkinderen tot wetenschappers. Vanwege zijn werkzaamheden als gids, ontving hij twee jaar geleden de jaarlijkse vrijwilligersprijs van Staatsbosbeheer. Met het aan deze prijs verbonden geldbedrag is een boek samengesteld. De officiële presentatie hiervan is op 1 oktober. De geschiedenis van de groeve start in 1948. Als jongen van twaalf jaar ziet hij de gravers komen voor een nieuw zandwinningproject. "Letterlijk met de hand werd de groeve gegraven. Steeds dieper en langer omdat de aannemer zand nodig had voor de aanleg van een weg naar Kieldrecht. Uiteindelijk werd de groeve bijna acht meter diep en circa honderd meter lang."
Verval
Als de weg is aangelegd en het zand niet meer nodig, raakt de groeve in verval. Ze degradeert tot stortplaats voor de plaatselijke bevolking. Als de stank onhoudbaar wordt, komt er met grond een afdeklaag over. Hierdoor is de groeve meer dan twintig jaar praktisch 'onvindbaar'. Pas in 1982 slaan vrijwilligers en Staatsbosbeheer de handen ineen. Zij beginnen met het blootleggen van de groeve. In april 1983 is de opening. Het lag voor de hand dat Bleijenberg, die ook al gidste in Saeftinghe, ook hier, op zijn eigen geboortegrond, zou gidsen. "Natuurlijk wist ik er niet veel van. Ik kende de geschiedenis van de groeve en ik wist veel van de natuur maar wat de groeve inhield, dat wist ik niet. Ondertussen heb ik hier zo'n zeven toppers in de geologie hun verhaal horen vertellen. En weet je, zij vertellen allemaal iets anders." Terneuzenaar Ko de Vos heeft inmiddels het pleit beslecht. Uit microscopisch onderzoek, op fossielen soms niet groter dan zandkorrels, trekt hij de conclusie dat de aardlagen die te zien zijn stammen uit het tertiair plioceen (circa vijf tot twee miljoen jaar geleden). En niet, zoals eerder werd aangenomen uit het veel latere quartair pleistoceen. "Al die tijdvakken werkt erg verwarrend, daarom hebben we de groeve uiteindelijk een naam gegeven: de Meester van der Heijdengroeve. Van der Heijden was schoolmeester in het dorp. Hij begreep aan het begin van de vorige eeuw al dat dit dorp met zijn Kauter, zijn zandheuvel bijzonder was. Ze noemen ons niet voor niets Kautermollen."
Hartstochtelijk
Echt hartstochtelijk wordt Bleijenberg als hij over de natuur spreekt. Of beter: als hij spreekt over het verdwijnen en verarmen daarvan. "Van de groene specht zijn er nu nog slechts twee paartjes. Vroeger kon je ieder seizoen zeker vijftien nesten tellen van de Europese tortelduiven. Nu worden die witglanzende eitjes direct gezien door kraaien." Kraaien, daar heeft Bleijenberg het niet op. En vanwege een meningsverschil daarover heeft hij zijn lidmaatschap van natuurvereniging De Steltkluut opgezegd. "De jeugd luistert niet naar oude stropers, ze halen alles uit een boekje. Maar ik zeg: luister toch alsjeblieft naar ons. Wij weten hoe het hier was. De meikevers vielen gewoonweg uit de bomen, er waren zangvogels, hagedissen, oeverzwaluwen. Je kan de natuur niet zomaar zijn gang laten gaan. Dan krijgen de kraaiachtigen hoe langer hoe meer de overhand. Dat moet je beheersen om te voorkomen dat de natuur verarmt. Maar de 'groene maffia' luistert niet."
Gastenboek
Verder maakt hij zich druk om de vuilnisbelt naast de groeve. Het in de jaren tachtig uitgegraven afval ligt nu naast de groeve de natuur te vervuilen. "De landelijk directeur van Staatsbosbeheer heeft in ons gastenboek vermeld dat de vuilnisbelt in 2004 gesaneerd zal zijn. Ik zal geen gelegenheid onbenut laten om hier op te hameren." Een gelegenheid doet zich binnenkort al voor. In café St. Cecilia, in zijn eigen woonplaats wordt op 1 oktober het boek 'Tijdperken der Voorwereld' gepresenteerd. De vertegenwoordigers van Staatsbosbeheer horen dan zeker van hem. "Pissebedden, slakjes, wormen, het krinkelend kronkelend waterdiertje van Guido Gezelle. Ik zou willen dat de jeugd dit weer gaat zien. Hier weer van gaat genieten, zoals wij vroeger. Daarom is voor mij de sanering van de belt zo belangrijk. Zodat de jeugd terug een toekomst heeft."
Richard Bleijenberg in ‘zijn’ groeve. ‘Ik zal geen gelegenheid onbenut laten’.
Door Caroline Houmes