Richard en de Kauter

Geschreven door

Richard Bleijenberg(Risjáár in het plaatselijk dialect) werd geboren op 2  februari 1936 als oudste zoon van Irma D'Hollander en Florimond Bleijenberg † op de Kauter (de berg) aan het Kerkpad in Nieuw-Namen dat grenst aan Kieldrecht. Als jonge man werkte Richard vroeger op de Schelde, schipper van de "Reiger" en was één van de allereerste met diploma's (radar, sextant, marifoon enz..) op zak die men nodig had om op de rivier te werken en te varen. Soms bleef hij wel enkele dagen van huis weg. Samen met vrouw en kinderen hebben ze later vele jaren doorgebracht in het Verdronken Land van Saeftinghe, als vakantie of gewoon om van de natuur te genieten. Hij was ongeveer 40 jaar de gids bij uitstek om je veilig bij laagwater (gedurende ongeveer drie tot vier uur) de slikken en schorren te laten zien. Elk geultje kent hij uit zijn broekzak en over vogels, krabben, vissen, planten en andere waardevolle ontdekkingen kan Richard moeiteloos uren vertellen. Ook kon hij met zijn grappige annekdotes de wandelaars die vol ongeloof luisterden animeren. Zijn vele fantastische vondsten (oudheden) staan thuis, in de gemeente Hulst en omstreken (in musea, stadhuis, bezoekerscentrum Saeftinghe enz..) en nog maar te zwijgen over de vele toespraken die hij vroeger in heel Nederland deed. Als je dit allemaal leest weet iedereen dat hier een echte natuurmens voor je staat, zijn hele leven stond in het teken van de Westerschelde, het 'Verdronken Land van Saeftinghe' en de 'Meester van der Heijden groeve'. Dat is dan ook de reden waarom iedereen hem op de Kauter met de bijnaam "de Kust" vernoemt. Enkel de kleine waardevolle dingen in de natuur daar heeft hij oog voor en zeker niet te vergeten zijn familie dat hij hoog in het vaandel draagt. Ook is Richard een verwoed vogelkweker van Australische parkieten en hij is al meer dan 50 jaar lid van "Nederlandse bond van vogelkwekers" en vogelclub "Nachtegaal" (deze laatste heeft Richard reeds verlaten in 2005). Daarbij heeft hij bijna 30 jaar lidmaatschap opzitten van de "parkietensociëteit" in Nederland. In zijn tuin aan het Kerkpad staan verscheidene vogelkooien met de mooiste parkieten die je maar kunt denken en deze worden met de beste zorgen omringd. Naast de Meester van der Heijden groeve aan de linkerzijde heeft Richard vroeger gewoond in het huis van zijn ouders, hier hebben al de Bleijenbergen (samen met zijn  broers en zus: Fons, Frans, Amanda, Isidoor † en Gerard † hun jeugd doorgebracht). Richard woont nu met Juliana de Maayer (zijn echtgenote en dochter van Gustaaf de Maayer †, genaamd "De Sterke") in het huis van zijn grootouders Kerkpad 15 juist over zijn geboortehuis en de historische groeve te Nieuw-Namen.

Nieuw-Namen. Een van de kernen van de gemeente Hulst is Nieuw-Namen, hier wonen ongeveer zo'n 1.000 mensen. Onder de naam "Hulsterloo" komt het dorp reeds in de vroege Middeleeuwen voor, de later gegeven naam herinnert aan het dorp Namen dat eertijds door de zee overspoeld werd en in de golven verdween. Van 1815 tot 1970 maakte het dorp deel uit van de gemeente Clinge, sinds 1970 maakt Nieuw-Namen deel uit van de gemeente Hulst. Nieuw-Namen is een echt grensdorp, het vloeit over in het Belgische dorp Kieldrecht en de centrale as is de Hulsterloostraat. Halverwege deze straat vind je de RK kerk "Heilige Jozef". Schuin tegenover de kerk is het gemeenschapscentrum "de Kauter" gevestigd. In  Nieuw-Namen herinneren vele straten aan het Reynaertverhaal, in dit dierenepos verwijst een regel rechtstreeks naar het grensdorp: "Int Oostende van Vlaen-deren staet een bosch ende dat heet Hulsterloo". Op het Nobelplein staat sedert 1980 het beeldje "de Mol". Tijdens de carnavalsdagen worden de bewoners "Mollen" genoemd. Er bestaan 2 versies over het ontstaan van deze bijnaam. De een zegt dat het stamt uit vroegere tijden, toen arme mensen in de taluds van de Kauterheuvel woonden. Een andere verklaring is dat wanneer de jeugd buiten had gespeeld in het Kauterse zand, zij er uit zagen als mollen die onder de grond hadden gewroet. 

Info: Wikipedia

Kieldrecht. In de 12 eeuw sprak men reeds van "t Hooge lande van Kieldrecht" een schiereiland gelegen tegen de Honte, wat de oude naam van de Schelde is. In de archieven van de Sint Pietersabdij is er voor de eerste sprake van Kieldrecht omstreeks 1240 althans over de parochie aldaar. De omgeving van Kieldrecht wordt gekenmerkt door een vrijwel ontbreken van historische gebouwen, wat te wijden is aan het feit dat door oorlogen veel is verwoest. Er leefde ongeveer 250 gezinnen in heel kleine huisjes en dat was het. Men spreekt in dit verband steeds over Kauterse bewoners. Ook is de gemeente gekend als grensgemeente daar het aanpalende dorp Nieuw-Namen werkelijk in Kieldrecht verstrengeld is. Na de oorlogsjaren was hier menig avontuur te beleven daar het smokkelen van boter en dergelijke uit Holland zéér winstgevend was, langs de andere zijde stonden er de douaniers (commisch) om dit te voorkomen.  Kieldrecht heeft in het verleden een vissersvloot gehad die op een bepaald moment wel 80 vaartuigen telde. Nu blijft er van Kieldrecht niet veel meer over en daar is de industrie niet vreemd aan. Wie kent er niet "de Kreek" als het natuurreservaat "de Grote Geule", dit gebied werd in 1982 officieel erkend. Menig natuurliefhebber heeft het in zijn hart gesloten. De huidige kerk van Kieldrecht dateert van 1712 (Sint Michielskerk). 

Info: Wikipedia