Print deze pagina

1976.07.15 Amateur-archeoloog Bleijenberg op zoek naar oude dorpen

Geschreven door RtC

In het Verdronken Land van Saeftinghe

Niet alleen ornithologisch, maar ook geschiedkundig, is het verdronken Land van Saeftinghe een trekpleister. Overstroomde landen blijken inderdaad een aantrekkingskracht uit te oefenen. Zo is de h. Richard Bleijenberg uit Nieuw-Namen enorm geboeid door het verleden van de verdronken dorpen Namen en Saeftinghe. Hij zoekt nu al sinds 1961 naar restanten van het oude dorp Namen, dat als laatste dorp in het Land van Saeftinghe verging. We vroegen de h. Bleijenberg, die zich stilaan tot amateurarcheoloog heeft ontplooid, naar zijn bevindingen.

Nalatenschap

De bekendste verdronken dorpen, Namen en Saeftinghe, liggen in de Westerscheldebodem, zodat opgravingen uiteraard niet meer mogelijk zijn. Toch heeft het Land van Saeftinghe in het verleden wel eens wat prijsgegeven. De h. Bleijenberg heeft er immers veel kloostermoppen, een soort steen gevonden waarvan sommige geglazuurd zijn. Volgens zijn vaste overtuiging zijn die afkomstig van het kasteel, dat ooit bij het vroeger dorp Saeftinghe aan de Westerschelde-oever heeft gestaan. Vroeger waren er meer tekenen van historisch leven te vinden in het Verdronken Land. "Mijn schoonvader heeft me verteld, dat hij in zijn jeugd aan de Noordpolder wel eens heeft gelopen op een drie meter dikke funderingen, vermoedelijk van het kasteel. Misschien dat ooit nog weleens iets van het oude kasteel zichtbaar wordt, want dan zouden we daar ongetwijfeld erg veel vinden. Het kasteel werd immers overvallen door het water. Men heeft niets kunnen redden en er zijn veel mensen verdronken. Dat blijkt uit oude archieven van de gemeente Doel, waarheen toen veel omwonenden zijn gevlucht", aldus de h. Bleijenberg.

Kerkklok

Behalve de kloostermoppen is er één tastbaar bewijs overgebleven van het bestaan van gemeenschapsleven in het Land van Saeftinghe. Dat is de kerkklok van het oude dorpje Namen.  Zoals bekend bleef dit dorp langer bestaan dan het naburige Saeftinghe. Namen was een dorp met rieten huisjes, met een gekasseid dorpsplein en met een stenen kerk. Ten behoeve van die kerk werd in 1664 bij Hemonie in Amsterdam een klok gegoten, die in de kerktoren bleef hangen, toen het dorp tegen 1700 onder water kwam te staan. De toren stak nog boven water boven uit en vissers of koopvaarders brachten de klok in veiligheid. Meer dan 100 jaar stond hij in het stadhuis van Hulst. Na veel geharrewar slaagde de pastoor van Grauw erin, de klok in 1806 van het bisdom Gent ten geschenke te krijgen. Die klok hangt nog altijd in de toren van Grauw. "En als ik nu door het Land van Saeftinghe loop en ’s middags om 12 u. dat klokje hoor klepelen, dan krijg ik een erg tevreden gevoel, omdat dat eeuwenoude klokje van dat verdronken dorp nog altijd dienst doet", verteld de h. Bleijenberg ons.

Door E.O.