HULST - De oeroude veeneik die vorig jaar door natuurkenner Richard Bleijenberg is gevonden in het Verdronken Land van Saeftinghe, krijgt in de loop van dit jaar een mooi plaatsje in de tuin van het ’s Landhuis in Hulst.
Volgens de gemeente is er genoeg bewijs verzameld voor de stelling dat er achtduizend jaar geleden mensen leefden in het Verdronken Land van Saeftinghe noemen. Daar was toen ook een bos. "Daarvan getuigt niet alleen het dikke veenpakket dat nu nog steeds op het zand ligt", zegt voorlichter Micaëla van Bunder van de gemeente. "Ook de overblijfselen van bomen die hier ooit groeiden en nu in het zand worden aangetroffen, vormen daarvoor het bewijs". De restanten zijn de afgelopen jaren verzameld door Bleijenberg. Vanuit de Westerschelde bij Saeftinghe zijn ondertussen enkele van die overblijfselen geborgen. Bleijenberg haalde met de medewerking van Rijkswaterstaat een jaar geleden twee boomstammen uit het zand van de Westerschelde. Het grootste en meest complete deel is ongeveer vier meter lang en ligt nu nog opgeslagen op het terrein van de gemeentewerkplaats aan de Absdaalseweg. De eik waarvan dit deel afkomstig is, groeide 250 jaar lang op het zand, viel om en werd door het waterhoudende veen goed geconserveerd. De kans bestaat dat een deel van de stam niet permanent onder water heeft gelegen en dat daardoor zuurstof de kans heeft gekregen het hout te verteren.
Jaarringen
De vraag hoe oud de boom is, is niet met zekerheid te beantwoorden. De jaarringen van de boom bleken niet overeen te komen met de ringen van andere oude bomen die tot nu toe in Nederland zijn gevonden en wel konden worden gedateerd. "Totdat het tegendeel is bewezen, wordt er echter vanuit gegaan dat deze boom zesduizend jaar geleden groeide daar waar nu containerschepen voorbij varen over de Westerschelde", aldus Van Bunder. De gemeente ziet de boom als 'symbool voor het doorzettingsvermogen van onze voorouders, die zo vaak hebben moeten strijden tegen het opdringende water en telkens weer bovenkwam'.
Door Harold de Puysseleijr