2003.04.11 De Verdieping Trouw: Zeeuwse toeristische trekpleister gestorven

Geschreven door RtC

Anderhalf jaar heeft ze rondgezwommen in de Westerschelde: de gewone dolfijn van 's Gravenpolder. Het honkvaste vrouwtje ontpopte zich in die periode als een toeristische trekpleister, maar afgelopen dinsdag werd ze dood aangetroffen bij het verdronken Land van Saeftinghe, in het oostelijk deel van de zeearm.

Richard Bleijenberg (67), voormalig gids van het Zeeuwse Landschap, liep door Saeftinghe en zag iets glinsteren in de zon. Aanvankelijk dacht hij aan een gedumpt varken, maar het bleek de dolfijn - 1.50 meter lang en ongeveer 45 kilo zwaar - die hij eerder nog in levenden lijve had aanschouwd. Bleijenberg: "Zonde, want er zijn genoeg varkens. Maar dolfijntjes... "Het onvolwassen dier was een weekje dood en aangepikt door kraaien en meeuwen. Volgens de oud-gids was het vrouwtje zes weken geleden nog gezien vanaf boten, in het 'slechtere' deel van de Westerschelde. Uiteindelijk is de dolfijn in een lijkenzak van de politie afgevoerd naar Neeltje Jans, het werkeiland bij de ingang van de Oosterschelde. Dr. Chris Smeenk, conservator zoogdieren van Naturalis in Leiden, zal sectie verrichten. "De dolfijn was jammer genoeg niet helemaal vers. Daarom hebben we er niet direct werk van gemaakt en haar tijdelijk in de diepvries gelegd." Er komen wel vaker dolfijnen in Nederlandse wateren voor, sinds 1970 acht soorten. Daarvan is de gewone dolfijn niet de zeldzaamste, maar wel een echte dwaalgast. In genoemde periode werden 22 levende exemplaren waargenomen en kwamen vier dode in Leiden terecht. Smeenk: "In de jaren twintig van de vorige eeuw werden gewone dolfijnen opeens algemener, waarschijnlijk veroorzaakt door het warmer worden van het zeewater, waardoor allerlei soorten noordwaarts opstoomden. Dat gold ook voor de prooi van de dolfijnen, onder meer sardientjes. Een halve eeuw later was de opleving weer voorbij." De laatste gewone dolfijnen werden bij ons gezien in januari 1997 (twee exemplaren in de Brittannië-haven in Rotterdam), terwijl vanaf eind januari 1999 enige tijd twee dieren bij Scheveningen verbleven. Hoe de dolfijn in de Westerschelde verzeild is geraakt? Smeenk: "Ze komen in de Atlantische Oceaan voor, noordelijk tot in het Kanaal, maar ook wel tot boven Groot-Brittannië. Dus óf via het Kanaal, óf via Schotland."  Dat het dier zo honkvast was, kan behalve met de aanwezigheid van vis iets te maken hebben gehad met het aantrekkelijke piepen en knarsen van de kettingen van de groene boei, waarop ze zich kon oriënteren. De Zeeuwse dolfijn sprong vaak boven water. Een vrolijk dier? Smeenk: "Integendeel. Ze sprong zich - eenzaam als ze was - letterlijk een rotje om soortgenoten te lokken."

Door Guus van Duin