Toon items op tag: Diny de Putter

Op de nevelige ochtend dat wij er op bezoek gaan,hebben we het rijk voor ons alleen. Normaal krijgen bezoekers een paar velletjes informatie toegestopt, maar wij vinden beheerder Jos Neve bereid ons rond te leiden. Met enige fantasie vind je in de architectuur van het gebouw de kenmerken van Saeftinghe terug. Je kijkt tot in de nok en dat geeft een ruimtelijk effect. Niks is hoekig, alles is rond. Net als de geulen in Saeftinghe. En op het eerste gezicht wat slordig afgewerkte muren staan symbool voor de ruigte van het natuurgebied. Je loopt als het ware door de geulen, maar dan zonder vieze voeten te krijgen, waarbij je links eb rechts op de randen ervan de verschillende tentoonstellingsonderdelen tegen komt. De eerste blikvanger is een met water gevulde glazen pilaar die tot tegen de nok van het dak omhoog priemt. "Een getijdenmeter," legt Jos Neve uit. "Die staat radiografisch in verbinding met een meter in de Schelde en laat zo zien hoe hoog de waterstand is." Want er zit geen beweging meer in, sinds een verdwaalde ijsschots een paar weken geleden onzacht in botsing kwam met de gevoelige apparatuur.

Zon en maan

Wat het wel doet is een ingenieus mechanisme dat, door simpelweg aan een wieltje te draaien, onthult hoe de bewegingen van de zon en maan hun invloed uitoefenen op eb en vloed. Verlichte kastjes laten zien welke plantjes er in Saeftinghe groeien. Maar daarvoor kun je het best in het voorjaar en in de zomer nog eens terugkomen. Op dit moment kan alleen een pol vers kweldergras getoond worden. In de vloer trekken glazen platen de aandacht. Er onder liggen allerlei vondsten die de modder van Saeftinghe af en toe prijs geeft. Onder meer een vrij gaaf skelet van een ongeveer 30-jarige man die omstreeks 1050 het leven liet. Een jaar of drie geleden bij toeval door een scholiere ontdekt, maar van groot belang. Immers, tot dan was altijd gedacht dat de eerste bewoning van het gebied pas rond 1250 lag. Verder lopend klinkt plotsklaps een geritsel. Een sensor heeft ons opgemerkt en zet automatisch een diaprojector in werking. Op een stuk maagdelijk witte muur verschijnt in de vorm van verschillende landkaarten de ontstaansgeschiedenis van Saeftinghe. “Het gebied was vroeger een moerasbos,” zegt Jos Neve, wijzend op een stuk turf. Door vervening ontstond een dikke turflaag. Het spul werd gebruikt als brandstof en uit de as kon ook nog eens zout gewonnen worden. “Dat was toen een kostbaar goedje. De mensen kregen uitbetaald in zout. In het Latijn ‘sale’. Daar komt het woord salaris vandaan.” Druk op de knop en er begint een korte theatervoorstelling, waarbij de stem van Richard Bleijenberg de 'Legende van Saeftinghe' uit de doeken doet. We verklappen niets, ga zelf maar kijken en luisteren. Weer een druk op de knop en een bak zand wordt omgetoverd in drijfzand. Ook dat komt in Saeftinghe voor. Niet dat je er tot je nek inzakt, maar wel tot aan je knieën. Bij een andere bak kom je te weten welke vissen en planten er in welke gedeelten van de Westerschelde leven en groeien. Een volgende bak stelt Saeftinghe voor met de ervoor liggende zeedijk en de erachter liggende polder. Een druk op de knop veroorzaakt een springtij bij Noordwesterstorm, compleet met dijkdoorbraak. De liefhebbers kunnen met behulp van zandzakjes proberen het natuurgeweld te keren. "Je kunt hier meteen ook goed zien wat er bij ontpolderen van de Hedwigpolder gebeurt," zegt Jos Neve, terwijl de ‘polder’ achter de dijk wordt herschapen in een waterplas.

Vissen

Een paar stappen verder pikt opnieuw een sensor onze bewegingen op. In een aquarium komen kunststof vissen met informatie op hun lijf gedrukt plots tot leven. Wie wil weten wat er op staat, moet met behulp van een hengel eerst de rondzwemmende waterbewoners er uit vissen. Heb je geen talent of weinig geduld, dan werkt een graai met je hand in de bak ook. Onder onze voeten licht een glazen plaat op. Er blijkt een vogelnest onder te zitten, gevuld met eieren. Tegelijkertijd richt een schijnwerpertje zijn lichtstraat op de vogel die bij het nest hoort. De vogels zitten geduldig op een rijtje paalhoofden te wachten tot de bezoeker op hun nest trapt. Na ons te hebben verbaasd over een automatisch startende videofilm over de slechtvalk staan we weer aan de infobalie van het bezoekerscentrum.

Onbestemd

Als je alles wil zien moet je zeker een paar uurtjes voor je bezoek uittrekken. Het kroost loopt zich dan natuurlijk al stierlijk te vervelen, maar ook daar is aan gedacht. Voor de kleintjes is er op de verdieping van het bezoekerscentrum een speel- en knutselhoek ingericht. Als je daar toch bent pik je meteen de wisseltentoonstelling mee op de verdieping. Op dit moment gaat het om een collectie schilderijen van Narda Wilker uit Grauw. Terug buiten op het parkeerterrein blijven we toch met een onbestemd gevoel zitten. Eigenlijk willen we Saeftinghe nu ook eens aan den lijve ondervinden. En binnenkort kan dat ook. In het voorjaar wordt in het schorrengebied een 800 meter lange wandelroute geopend, die iedereen op eigen houtje kan lopen. Waar het wat al te drassig is komen plankiers en bruggetjes, zodat je dan zelfs je laarzen niet hoeft mee te nemen. De opening is gepland in maart.

Kijken naar de natuur van Saeftinghe vanuit een warme ruimte.

Beheerder Jos Neve en assistent-beheerster Diny de Putter bij een schaalmodel van het Verdronken Land van Saeftinghe.

Exterieur van het bezoekerscentrum.

In vitrines in de vloer van het bezoekerscentrum zijn bodemvondsten te zien, ondermeer een skelet, een schoen en potscherven.

Een peilglas geeft de eb/vloedstand van het Westerscheldewater aan. Foto’s Wim Kooyman

Zonder laarzen door Saeftinghe

Het is allemaal mooi en wel om vanuit het bezoekerscentrum de schatten van het Verdronken Land van Saeftinghe te bewonderen. Het is natuurlijk ook zeer de moeite waard om het gebied ‘aan den lijve’ te bewonderen. Over een paar weken is dat mogelijk. In maart wordt in het schorrengebied namelijk een 800 meter lange wandelroute geopend, die iedereen op eigen houtje kan lopen. Waar het wat al te drassig is komen plankiers en bruggetjes, zodat je zelfs je laarzen niet mee hoeft te nemen. Foto archief De Stem

Door Eugene Verstraeten