Print deze pagina

1996.12.06 BN De Stem: Boom zonder ziel zegt vorser veel

Geschreven door RtC

NIEUW-NAMEN - Een eikenhouten paal met een gat er in. Niets meer en niets minder. Maar Richard Bleijenberg uit  Nieuw-Namen kan zijn geluk niet op. Met de opgraving van deze holle boomstam, net over de grens in Kieldrecht, is weer een stukje geschiedenis van het voormalige klooster van Hulsterloo ontrafeld.  "Daarmee kunnen we te weten komen hoe deze mensen in de zeventiende eeuw aan water kwamen", aldus een verrukte beheerder van de Meester van der Heijdengroeve in Nieuw-Namen.

De zes centimeter uitgeholde, vijf meter lange buis ’waaruit de ziel is gehaald’ werd vermoedelijk gebruikt voor de aanvoer van water uit de zeven meter diepe waterput. De paal stond rechtop in een opgegraven put aan de huidige Kouterstraat. Een voorloper van de tegenwoordige pomp moet het water erdoor hebben opgezogen. Volgens Bleijenberg is de vondst zeer bijzonder. Wel vaker vond hij waterputten, ook in Nieuw-Namen, maar nog niet eerder zag hij ook hoe men in vroegere tijden aan water kwam. "Puur vakwerk", noemt hij bovendien de kunst om de boomstam met uiterste precisie over de gehele lengte als een appel te doorboren. "Hoe ze dat hebben gedaan? Ik zou het niet weten. Maar volgens mij krijg je dat met de beste machine nog niet voor elkaar."

Druk gebruik

De amateur- archeoloog denkt dat de waterput rond 1830 meerdere huishoudens diende. Aanwijzing hiervoor zijn de gevonden stenen vloertjes van een viertal huizen rondom de put en tegeltjes van Zeeuwse landschappen. De put behoorde zelf niet tot het klooster, maar tot huizen op de landerijen van de paters, die zich uitstrekten over de Nederlandse landgrens heen. Dat het water uit De Kouter tot het lekkerste van het land behoorde, bewees volgens hem de aanwezigheid van vier limonadefabrieken. Bleijenberg is er een voorstander van dat de eiken boomstam voor Nieuw-Namen bewaard blijft en dat deze niet verdwijnt in het provinciaal depot of bij de zuiderburen terechtkomt. Hij hoopt dat archeologische onderzoeken, net als economische en culturele zaken, meer en meer grensoverschrijdend kunnen worden aangepakt. "Je kunt geen goed onderzoek naar de geschiedenis van Hulsterloo doen als je niet ook de grens over gaat." Hierin is een belangrijke taak weggelegd voor de Zeeuwse en Oost-Vlaamse archeoloog, maar ook voor de amateurs, vindt hij. Iedereen moet er van worden doordrongen: "Zonder een goed geconserveerd verleden, is er geen toekomst mogelijk."

Richard Bleijenberg bij de bijzondere vondst: een holle boomstam die in de zeventiende eeuw gebruikt werd voor de aanvoer van water uit een put. Foto Charles Strijd

Door Pascalle Cappetti