Toon items op tag: Jet Hoed

SAEFTINGHE - Archeologen krijgen er de griezels van, maar de vijf kinderen van de "Zeebeestenclub" hebben de dag van hun leven gehad. Ze hebben een volkomen gaaf Middeleeuws graf blootgelegd en de beenderen van een mens uit de elfde eeuw in hun handen genomen. "Jammer voor die stoffige archeologen", zegt één van de moeders. 

Het gebeurde kort geleden in het Verdronken Land van Saeftinghe, een gebied in Zeeuws-Vlaanderen waar de Schelde twee keer per etmaal haar water over het schorrengebied laat lopen en er zich dus ook twee keer per etmaal terugtrekt. Op zo'n moment, dat het in de Middeleeuwen nog bewoonde gebied droogvalt, bezochten de kinderen van de 'Zeebeestenclub' van de Stichting Mother Sea de drassige grond van Saeftinghe. Het was een reisje om video-opnamen te maken voor de televisieserie 'Spoorzoeken op zee' van de VPRO. Richard Bleijenberg, gids voor de natuurorganisatie Het Zeeuws Landschap, leidde de 'expeditie' van de kinderen en de producenten van de tv-serie. Bleijenberg is een kenner van het gebied en had geen moeite om in het Verdronken Land de plek aan te wijzen waar een jaar geleden een grafveld met acht graven was aangetroffen. Hij was immers zelf degene geweest die in de oude veenoever de boomstamkisten had gevonden. Hij kon er bovendien met veel enthousiasme over vertellen. Zijn verhaal werkte aanstekelijk op de kinderen, die zich onmiddellijk op de drooggevallen grond stortten en aan het graven sloegen. Al snel vonden ze potscherven, kraakbeenderen van een rund en een menselijk bot. Een van de kinderen haalde zelfs nog een voet open aan de scherpe punten. Op een gegeven moment stuitte Jet Hoed (12) uit Hoorn op een stuk hout en op haar geroep doken vijf paar kinderhanden in de modder om even later het vermolmde deksel van een grafkist los te peuteren. Onder de houten plank troffen de kinderen de beenderen aan van een volledig geraamte. Het was een griezelfilm, maar deze keer echt en niet op het tv scherm. Na de opnamen voor 'Spoorzoeken op zee' werden de botten teruggelegd en het deksel er overheen getrokken. En binnen een paar uur stond er boven het grafveld weer enkele meters zeewater. De tv-serie wordt vanaf 15 februari uitgezonden in het VPRO-programma 'Villa Achterwerk' maar woensdag liet het Jeugdjournaal er al enkele beelden van zien.

Provinciaal archeoloog dr. Robert van Heeringen heeft er met afgrijzen naar gekeken. "Ik ben hier erg ongelukkig mee. Dit is toch niet de informatie die je naar kinderen toe moet geven over archeologie en oudheden. We hebben al zoveel last van mensen die opgravingen verstoren. Deze gebeurtenis kan bij kinderen hoop aanwakkeren om maar in het wilde weg te gaan schatgraven". Voor Van Heeringen is het uitstapje van de 'Zeebeestenclub' een "pijnlijke" zaak, omdat Bleijenberg correspondent is van de Rijksdienst voor oudheidkundig bodemonderzoek (ROB) en in die rol waarschuwt hij als er archeologische vondsten in het Zeeuws-Vlaamse worden gedaan. "Hij is een heel enthousiaste gids en heeft ze naar dat grafveldje geleid. Dat het bezoek zo zou uitpakken had hij ook niet verwacht waarschijnlijk. De suggestie die nu gewekt wordt, als zouden de kinderen plotseling een unieke vondst hebben gedaan, is overigens niet juist. Het gebied is vorig jaar ontdekt; de acht herkenbare graven zijn onderzocht en ingemeten. Ze dateren ongeveer uit 1076. Bleijenberg was er zelf bij betrokken. We hebben de graven weer gesloten. Wat moet je met die skeletten? Laat ze maar zitten". Mevrouw Uittenbogaard, moeder van een van de kinderen en woordvoerster van de Stichting Mother Sea, vindt de drukte maar overdreven. "Het is heel zorgvuldig gegaan. Het gebeurde allemaal onder leiding van de heer Bleijenberg. Het is zo'n mooi gebied, ruig en woest en heel drassig. Je kunt er maar heel kort vertoeven, hoogstens twee uur, dan komt het water weer terug. Het was een indrukwekkende belevenis voor de kinderen: zo maar zo'n Middeleeuws graf ontdekken. Bleijenberg zei zelf nog dat hij het gebied nog nooit zo mooi had gezien. Als archeologen nu moeilijk gaan doen, begrijp ik dat niet. Dat ze niet met bosjes in het Land van Saeftinghe lopen! Ach, dit zijn stoffige wetenschappers tegenover kinderen. Laat ze maar wachten tot februari, dan zien ze het zelf".

Van één onzer verslaggevers