1990.09.21 Het Verdronken Land van Saeftinghe

Geschreven door RtC

Het 'Verdronken Land van Saeftinghe' situeert zich in een meander van de Schelde. Op de Linkeroever. Net daar waar het Antwerpse industriegebied ophoudt. Dit schorren- en slikkengebied, doorsneden door een veelheid aan geulen die tweemaal daags onderlopen op het ritme van de Scheldegetijden, is aan de zuidkant ingesloten door dijken en potpolders. Een Nederlands miljardenproject, want de overheid wou niet opnieuw 1.800 slachtoffers riskeren, zoals dat met de watersnood van 1953 het geval geweest was.

Saeftinghe is derhalve een enorm natuurgebied, 3500 ha groot en precies daarom niet te vergelijken met het Zwin. Het wordt beheerd door de Nederlandse natuurvereniging, "Het Zeeuwse Landshap" en betreden is slechts toegestaan na overleg met de conservator. Niet alleen ter bescherming van de natuur, maar vooral ook omdat het betreden gevaarlijk is voor onbevoegden, die niet door en door vertrouwd zijn met gevaren als drijfzand en de getijdeninvloed. Onze gids Richard, een droom van een vent voor zo’n begeleiding omdat hij hier al veertig jaar rondzwerft en zich daarenboven ontpopt tot een sappige verteller, wijst ons trouwens de plek aan waar een visser uit de streek zich liet verrassen en er samen met zijn zoontje omkwam.

Zandafzetting

Havenuitbreiding en het wegcijferen van potpolder, verlopen hier niet zonder enorme risico’s: de Scheldetrechter wordt smaller, het overtollige water heeft geen uitweg en het achterland wordt hiervan de dupe. Vooral omdat de Belgen geen dijkenplan uitgewerkt hebben zoals de Nederlanders na ’53 wel gedaan hebben. Na de februaristorm wijst onze gids ons op de vele zandafzettingen. Kwam het strand van De Haan soms hier terecht? Het natuurbeheer van het schorregebied gebeurt o.m. via begrazing door schapen en runderen. Na het kort afvreten staan de ganzen en smienten, graasvogels dus, in voor het verdere onderhoud. Waar het vee niet bij kan, staat de schorre te ruig. Meeuwen domineren er met duizenden. Een gelegenheid voor Richard om de link te leggen naar de varkenspest. "Meeuwen voederen hun jongen vooral met eiwitten. Die vinden ze voornamelijk op vuilnisbelten. Ook verdorven krengen moeten er aan geloven. Afval uit slachterijen is hen welkom. De meeuwen zijn helemaal niet kieskeurig en zelf tegen ziekte bestand. Maar het zijn smokkelaars in de lucht: allerlei ziektekiemen dragen zij aldus over." Richard weet al dadelijk sporen te vinden: een kiekepoot, een afgeknaagd beentje van een kotelet, een nummerplaatje van een slachtvarken… Aan de oevers van de geulen merken we duidelijk de opbouwende lagen van de schorre: tweemaal per maand, bij het springtij, loopt het hele gebied onder en wordt een sliblaagje afgezet. Op vijf meter diepte bevinden zich turflagen. Die breken de diepe Schelde af en komen met de vloed in grote brokken binnen. Die turf is afkomstig van bossen die het land bedekten en waarvan de oorsprong vijfduizend jaar terug gaat, tot ze in de eerste eeuwen van onze tijdrekening overdekt werden. Bij het openbreken van zo’n brok bemerken we nog de goed bewaarde overblijfselen van het hout, de schors, de zaden.

Zeehondenpopulatie

Vanaf het "Hondegat" tot Vlissingen telde Richard, die o.m. 28 jaar op baggerboten voer maar afgedankt werd omdat hij teveel wist over milieuvervuiling en niet toegestane lozingen in de Schelde en daarover zijn mond niet kon houden, in 1958 tot driehonderd zeehonden. Een populatie die ongeloofwaardig overkomt voor de moderne mens. "Al wat ze in de Schelde dumpen, komt gedeeltelijk bij vloed terug in het eigen nest. De grootste rotzooi steekt in de bodem. Die wordt bij storm opgestuwd." Het Verdronken Land: een bedreigd land. Een land van tegenstellingen ook. Na afloop van ons bezoek rijden wij even door naar Doel. En maken met de veerboot de gratis overtocht naar Lillo. Het gespaarde gehuchtje midden het havengebied. Niet lang blijft deze veer actief: in ’91 gaat immers de Liefkenshoektunnel open.

Langzaam laat Richard Bleijenberg, gids in het Verdronken Land van Saeftinghe, zich bij wijze van demonstratie wegzinken in (ondiep) drijfzand. Bij vloed stroomt deze geul volledig onder en bij springvloed verdrinken ook de hoger gelegen schorren. Foto PS

Door PS