Zoektocht naar het kasteel maar ontdekten een vuurlijn
30 januari 2016, door Richard Bleijenberg & Clement Reel-terrijn (amateurarcheologen)
Peilboot ‘Kievit’
Onze interesse dateert uit 1962, toentertijd werkzaam op de Schelde met de peilboot ‘Kievit’ genaamd. De drempels werden wekelijks gepeild en deze plaatsbepalingen werden uitgevoerd met de sextant door twee bekwame gediplomeerde mensen. Al varend werden er horizontaal een vijftal posities genomen, deze genoteerde posities waren onder andere kerktorens, bomen, puntdaken, molens en bakens. De lichtenlijnen werden gebruikt om de controle te doen tijdens het profielvaren (dwars over de vaargeul, heen en weer).
Tekening en voorbeeld van een sextant. (1)
Paul Frank & Richard Bleijenberg samen met de sextant. Foto Paul Frank (2)
Vuurlijnen
Op de Schelde komen rond 1800-1830 de vuurlijnen in beeld, deze bestaan uit een hoog en laag licht en werden gestookt met hout, turf en pek. Als het vaarwater veranderde door erosie of doordat de oevers uitschuurden en zich verplaatsten diende men de vuurlijnen te verzetten of aan te passen door deze op te hogen. Later werden de vuurlijnen stilaan vervangen door lichtenlijnen op palen met daarop gasketels die regelmatig dienden bijgevuld te worden. In Bath (Nauw van Bath) is er nog een mooi voorbeeld namelijk: het hoog licht staat daar in lijn met de Westketel en deze heeft 44° als koerslijn, de Noord en Oostketel hebben 310° als koerslijn. Momenteel worden de lichtbakens (lichtopstand) verlicht met zonnepanelen en staan ook op de uiteinden van staketsels (3) om de scheepvaart binnen te leiden in de havens.
Schilderij waarop een vuurlicht en galjoenen te zien zijn. Werk van kunstenares Angelique Saman 2013
Hier een voorbeeld van een lichtenlijn met een hoog en laag licht (rode pijlen), aan de haven van Walsoorden. Foto Clement Reel-terrijn
Schaapsherders & vissers
Onze aandacht ging naar het verleden, hoe het vroeger was en wat er nog van overblijft? Door de vele verhalen van verscheidene oudere mensen kwamen we te weten dat er veel zaken verdwenen waren. Vanop peilboot ‘de Kievit’ werd er aan de wal gegaan op zoek naar oude restanten uit het verre verleden zoals het kasteel dat ergens in het Verdronken Land van Saeftinghe moest liggen, want rond de beginjaren 1900 waren er nog dikke muurrestanten waargenomen op de Noord en dit werd doorverteld door schaapsherders die het hele gebied doorkruisten met hun schapen, ook vissers die met hun vaartuigen tot dicht tegen de schorrand vaarden. De eerste vondsten waren zeer oude scherven die zorgvuldig werden verzameld en bewaard, dit zonder gehinderd te worden in onze archeologische zoektochten. Nuttige adviezen hadden we gevraagd bij de bevoegde instanties in het Volkskunde museum te Antwerpen waar wij vakkundig geholpen werden.
Foto’s boven met bewerkte zandstenen fragmenten, foto onder een console in zandsteen (18kg). Waarschijnlijk van het kasteel, allen gevonden op de Noord. Foto’s Clement Reel-terrijn
Koolstofdatering
In 2006 kreeg ik gezelschap van (Clem)ent Reel-terrijn en Frans Mol die Hydrograaf bij Rijkswaterstaat was. Door toedoen van Frans werden wij verwezen naar een oude Scheldekaart met aanduiding ‘Lantaren van Saeftingen’. Door deze info werd er op de Noord intensiever gezocht naar mogelijke ontdekkingen en volgden de wandelingen elkaar snel op. Er werd geprikt met de prikstok in het zand met als resultaat de vondst door Clem op een tegelvloertje met Spaanse tichels waarvan de tegelgrootte 11,5 cm op 23 cm was.
Hier is het allemaal begonnen met het vinden van het vloertje met Spaanse tichels. Foto Clement Reel-terrijn
Onder deze vloer zagen wij verstoorde en aangevoerde grond wat erop wijst dat er sprake is van verhoging op deze stookplaats waaronder waarschijnlijk nog een laag houtskool ligt. In die verstoorde en aangevoerde grond werd trouwens heel wat houtskool aangetroffen en bewaard door ons, echter alleen een koolstofdatering kan ons helpen met het bepalen van de ouderdom.
Gevonden houtskool op de vuurboet en zorgvuldig bewaard voor verder onderzoek. Foto Clement Reel-terrijn
Ondertussen kwam er een eindje verderop een tweede stookplaats aan de oppervlakte die we blootlegden maar deze leek met ander materiaal te zijn opgebouwd namelijk uit meestal halve Middeleeuwse kloostermoppen, het is niet onmogelijk dat deze stenen hergebruikt zijn (kasteel).
Ronde fundering (3,5m) met vloer van hele en halve kloostermoppen. Foto Clement Reel-terrijn
De kompaslijn werd uitgezet op NNO 10° (Noord Noord Oost), deze kwam uit op het oude vaarwater ‘Canal de Bergen op Zoom’ en we weten dat de grote schepen deze vaarweg kozen omdat de Honte onbevaarbaar was vanwege de drijvende zandbanken. Omdat het hier om een bijzondere en tastbare zeer oude vuurlijn gaat, is de Burgemeester Jan-Frans Mulder van de Gemeente Hulst bereid geweest deze vuurlijn te verankeren met een roestvrijstalen buis en dit op de gemeentekaart officieel vast te leggen met de naam ‘Mira-toren’.
Oorlogsgeweld
Door bepaalde archeologische regels zien we ons werk jammerlijk hier eindigen, zo belangrijk voor de geschiedenis van Zeeland en Nederland en daardoor kan het houtskool wat op de ondergrondse bodem ligt (ongeveer één meter lager dan het oorspronkelijke vloertje) niet geborgen worden. We weten over dit belangrijk stukje verleden dat nooit tevoren was beschreven maar nu wel tastbaar is geweest, niet wanneer ze begonnen zijn met het stoken van de vuurboet in Saeftinghe. De rivier de Schelde heeft een zeer rijk verleden, bewijzen daarvan de vele forten op de beide Scheldeoevers die ons verwijzen naar oorlogsgeweld. Spanje was toen in oorlog met Nederland, voorbeelden hiervan zijn de ‘Slag bij de brug van Farnesse’ en de ‘Slag bij Lillo’. Deze verwijzen ons dan weer naar het ‘Canal de Bergen op Zoom’, langs deze vaarweg kwamen de Nederlandse schepen en hebben zij de vuurlijn gebruikt daar Saeftinghe een donkere vlakte was met een hoog punt. In de winter van 1962-1963 was er ijsgang en toen zijn de lichtboeien weggenomen en werden de bakens nog gebruikt met sectoren. Rond 1848 gaat België de Westerschelde bebakenen en verlichten met dukdalven in hout, ook enkele lichtschepen werden toentertijd gebruikt. In 1880 werden dukdalven geplaatst rond het Verdronken Land van Saeftinghe. De Noord, Marlemont en het Konijnenschor werden genoemd naar de verdronken polders.
Mooi versierde wandtegel met vuurlichten langs beide oevers. Foto verkregen via Frans Mol (RWS)
Het baken ‘de Noord’ is rond 1930 verdwenen of verspoeld door de stroom. Ook het baken ‘Marlemont’ is drie keer verplaatst geweest, de laatste maal in 1995 en werd toen overgebracht naar de parking van het bezoekcentrum Saeftinghe in Emmadorp. Er zijn momenteel nog geleide lichten, deze lichtlijnen met een hoog en een laag licht dienen om een koers te varen. Ze werden voorzien van een gasketel voor de verlichting, momenteel werken deze met zonnepanelen. Met de vondst van een met hout of pek gestookt vuur en de juiste plaats daarvan, hebben wij een goede kijk op een ver verleden. Alles veranderend en dit in een zeer snel tempo.
De gevonden pek enkele meters ten oosten van de vuurtorenfundering (Mira-toren). Foto Clement Reel-terrijn
Door de eerst gevonden vuurboet op de achtergrond (met de Nederlandse vlag) te verbinden met de later gevonden torenfundering vooraan (met de Belgische vlag) is duidelijk te zien hoe de schepen dienden te varen die kwamen van de Schelde (nu Oosterschelde) in rechte lijn via Canal de Bergen op Zoom om alzo Antwerpen te bereiken. Foto Clement Reel-terrijn
Richard & Clem
Voorpagina:
Kasteel van Saeftinghe geboetseerd in reliëf (Richard Bleijenberg)
De foto op pagina 1 is gebaseerd op dit kaartfragment waarop het kasteel van Saaftinge staat. Deze kaart uit 1494-1504 bevindt zich in het archief van het Rijksmuseum van Brussel.
Info:
(1) Tekening sextant gevonden op http://www.vaartips.nl/tips.htm
(2) Zie deel 1: 24 februari 2010 ‘Oud vuurbaken in Saeftinghe’
(3) Een staketsel is een houten constructie die is aangelegd rond de havengeul van op het land tot een eind in zee. Op het einde in zee staan er vaak bakens voor de scheepvaart, zoals een lichtopstand. Info: Wikipedia
Literatuur:
* ‘De Belgische-Nederlandse permanente commissie van toezicht op de Scheldevaart’
* ‘Vuurtorens over vierboete lichtwachters en markante bouwwerken’ (door Romke van der Veen)
* ‘Als ’t diep verloopt verset men de bakens’ (door J.A. van Wallenburg)
* ‘Kasteel van Saeftinghe’ een archeologisch onderzoek door Stichting RAAP Rapport: 685/21-05-2001
Onderzoek:
* Uit vuurbaken geborgen materiaal: 2 tegels van bovenste vloer (Spaanse tichels), scherven uit ophoging, 2 tegels van onderste vloer, houten schaaf en houtskool
* Uit Mira-toren geborgen materiaal: 6 kloostermoppen, stukken pek, katrol met sluiting
Vorige verslagen:
1: Oud vuurbaken in Saeftinghe (24 februari 2010)
2: Geeft Saeftinghe stilaan zijn geheimen prijs? (6 maart 2012)
3: Onze conclusie over de vondsten op de Noord in het Verdronken Land (2 maart 2013)
4: Het kasteel, Mira-toren en vuurboet in Saeftinghe (18 januari 2014)
Met dank aan:
Jan-Frans Mulder (Burgemeester gemeente Hulst)
Hans Jongepier (de SCEZ, Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland)
Frans Mol (RWS, Rijkswaterstaat) en Meetkundige Dienst Rijkswaterstaat
Medewerkers van Het Zeeuwse Landschap
Tekst:
Richard Bleijenberg (oud Saeftinghegids en oud beheerder Meester van der Heijden groeve)
Kerkpad 15, 4568 Nieuw-Namen Nederland
Telefoon vanuit Nederland: 0114.345.384
Telefoon vanuit België: +31/114.345.384
Foto’s en samenstelling:
Clement Reel-terrijn (lid van: SHZL, AWN afdeling Zeeland, Natuurpunt)
Fluitbergstraat 80/5, 2900 Schoten België
Telefoon vanuit Nederland: +32/486.563.603
Telefoon vanuit België: 0486.563.603
Het verslag werd verstuurd naar:
1: Burgemeester en Wethouders van gemeente Hulst
2: Provincie Zeeland t.a.v. Karla Peijs & W. Van Gelder
3: De Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland t.a.v. R.M. van Dierendonck
4: Rijkswaterstaat t.a.v. hydrograaf Frans Mol
5: Stichting Het Zeeuwse Landschap t.a.v. M.A. Hemminga
6: Werkgroep Archeologie Hulst t.a.v. Edie Bogaert